SCHRIFTELIJKE VRAGEN INGEVOLGE ARTIKEL 39 RvO

Aan: Het college van B&W
Onderwerp: Huisvesting arbeidsmigranten
Datum: 19-11-2021

Aanleiding

De fractie van NZLokaal krijgt signalen dat de handhaving van de illegale huisvesting van arbeidsmigranten niet goed verloopt. Een extreem voorbeeld is de situatie die wordt aangehaald in de brief van 14 september jl. van een verzoeker van twee handhavingszaken aan uw college. Veertien maanden na de verzoeken om handhaving zijn de illegale situaties nog altijd niet beëindigd. Met als gevolg ongezonde en onveilige woonomstandigheden voor de illegaal gehuisveste personen en overlast voor de omwonenden. Dit is slechts één voorbeeld van een trage opvolging van verzoeken om handhaving; ons zijn meer gevallen bekend waar de handhaving langzaam of in het geheel niet van de grond komt. De (schijn van) laksheid in de aanpak van illegale situaties ondermijnt het vertrouwen in de (lokale)
overheid. Daarnaast schept het precedenten voor de uitbreiding van illegale handelingen en situaties in onze gemeente. Immers: het wekt de indruk dat handhaving in Noordwijk geen prioriteit heeft.

Naar aanleiding van bovenstaande en in aanvulling op onze algemene beschouwing in de raadsvergadering van 10 november jl. heeft de fractie van NZLokaal de volgende vragen over de aanpak van illegale huisvesting en het realiseren van alternatieve, legale, gezonde en veilige huisvesting voor arbeidsmigranten.

Vragen

  1. Hoe werkt het college samen met de uitzendbranche om zo snel als mogelijk juiste (lees: legale, gezonde en veilige) huisvesting voor arbeidsmigranten te creëren?
  2. Hoe concreet zijn de door wethouder Alkemade in de raad van 10 november jl. genoemde locaties en wanneer kunnen we de eerste opleveringen verwachten?
  3. Is het inzichtelijk hoeveel huisvesting er nodig is binnen onze gemeente en binnen onze regio? Zo niet, hoeveel bedden denkt men er naar schatting nodig te hebben?
  4. Heeft het college inzicht in alle legale en illegale huisvesting van arbeidsmigranten in onze gemeente en hoeveel bedden dit op dit moment betreft? Neemt dit aantal door de tijd heen toe, af, of blijft dit min of meer gelijk?
  5. Samen met de uitzendbranche en omliggende gemeentes zijn er al veel gesprekken gevoerd en mooie woorden op papier gezet, zoals: Convenant “Huisvesting Arbeidsmigranten Holland Rijnland 2014 – 2018” en Beleidsregel “Ruimtelijke randvoorwaarden logischerwijze huisvesting tijdelijke arbeidsmigranten Duin- en Bollenstreek” voor de gemeenten Hillegom, Lisse, Noordwijk, Noordwijkerhout en Teylingen. Theorie en praktijk gaan nog niet gelijk op. Kunt u puntsgewijs aangeven waar we staan, welke progressie er al geboekt is en welke in de nabije toekomst geboekt zal worden op het gebied van realisatie van legale huisvesting en van handhaving van illegale huisvesting?
  6. Worden bedrijven, waarvan bekend is dat zij arbeidsmigranten in dienst hebben, proactief benaderd om deze werknemers bij hun bedrijf te huisvesten? Zo nee, waarom niet?
  7. Omdat huisvesting van arbeidsmigranten een verdienmodel op zichzelf is, worden locaties door meer mensen bewoond dan waar de locatie geschikt voor is. Dit leidt, ook bij legale huisvesting, tot onveilige en ongezonde leefsituaties. Wat doet het college, al dan niet in samenwerking met de uitzendbranche, om dit te voorkomen?
  8. Ons is bekend is dat handhavingsprocedures starten na een melding van een illegale situatie of een handhavingsverzoek, het zogenoemde ‘piepsysteem’. Worden illegale situaties ook actief door of namens het college opgespoord? Zo ja, hoe, en zo nee, waarom niet?
  9. De handhaving wordt uitgevoerd door de Omgevingsdienst West-Holland (ODWH). De indruk bestaat dat handhavingszaken niet altijd adequaat en/of voortvarend worden opgepakt. Ook ontvangen wij klachten over de communicatie hierover door de contactpersonen bij de ODWH. Het is niet altijd duidelijk wanneer men bij de gemeente moet zijn, en wanneer bij de ODWH. Verzoekers krijgen zo het idee dat ze van het kastje naar de muur worden gestuurd. Is het college bekend met deze klachten? Hoe zorgt het college ervoor dat het proces van behandeling van een zaak helder is voor betrokkenen, de afhandeling de wettelijke termijnen niet overschrijdt (en waar mogelijke sneller gaat) en de communicatie klantgericht is?
  10. Door de wettelijke termijnen en huidige regelgeving worden illegale situaties meestal niet onmiddellijk beëindigd, ook al is dit dringend gewenst of noodzakelijk voor betrokkenen (gehuisveste medewerkers en/of omwonenden). Welke mogelijkheden ziet het college om schrijnende en/of onveilige gevallen wel onmiddellijk te beëindigen? Hoe vaak worden deze mogelijkheden toegepast? Als het college hier nu geen mogelijkheden toe ziet, is het college dan bereid om stappen hiertoe te ondernemen richting hogere overheden, al dan niet in samenwerking met de regiogemeentes? Zo nee, waarom niet?

    Bij voorbaat dank voor een vlotte beantwoording.

    Met vriendelijke groet,

    Wally Rodenburg
    Namens de fractie van NZLokaal